VZH en IGP

VZH – Verkeerszekere hond

De basis voor alle IGP activiteiten is het VZH-diploma waarvoor een vastgesteld programma/loopschema dient te worden afgewerkt.

De kennis van het loopschema wordt spelenderwijs aangeleerd aan geleider en hond. De trainingen zijn doorlopend waarbij op twee momenten per cursusjaar een proefexamen wordt afgenomen om de vorderingen te toetsen. Indien dit proefexamen met voldoende punten wordt behaald kunnen wij u aanmelden bij de NBG voor een officieel examen.

IGP
Internationale Gebruikshonden Prüfungsordnung  –
Speuren (afdeling A)

Bij het speuren loopt men een spoor uit van ongeveer 300-350 passen met daarin 2 haakse (90 graden) hoeken. Op het spoor worden twee voorwerpen neergelegd. Aan het begin van het spoor wordt middels een piket (stok met richting) aangegeven welke kant het spoor op ligt. Bedoeling is dat het spoor door de hond wordt gevolgd. Om deze oefening moeilijker te maken moet er 10 meter lijn tussen hond en geleider zijn. Bij de voorwerpen moet de hond aangeven dat deze er liggen door bijvoorbeeld af te gaan, te gaan zitten of blijven staan. Het voorwerp “verwijzen” noemen we dat.

De beoordeling werkt als volgt: het goed en volledig uitwerken van het spoor levert 80 punten op. De voorwerpen zijn ieder 10 punten waard.

Verschil met IGP 2:

Het spoor wordt door een ander persoon dan de eigen geleider uitgelegd. Het spoor moet minstens 400 passen lang zijn, heeft 3 lange stukken rechtuit en 2 hoeken van 90 graden. Bovendien moet het spoor na het uitleggen minimaal 30 minuten rusten alvorens de hond mag gaan speuren.

Verschil met IGP 3:

Het spoor moet minstens 600 passen lang zijn, heeft 5 lange rechte stukken en 4 hoeken van 90 graden en is 60 minuten oud. Op het spoor worden 3 “vreemde” voorwerpen neergelegd. De voorwerpen zijn dus niet van de eigen geleider. Het spoor wordt ook weer door een andere persoon uitgelegd.

speuren

Appèl (afdeling B)

Het loopprogramma is wat vorm en opbouw gelijk aan het V.Z.H.- programma echter dient de hond het volledig onaangelijnd uit te voeren. Bovendien is een extra oefening “vooruit-sturen” toegevoegd.

Door de honden moet nu ook worden geapporteerd; 1 maal over de vlakke grond, 1 maal over de 1 meter hoge springhaag en 1 maal over de 1.80 meter hoge klim schutting. Het voorwerp wat wordt geapporteerd is bij IGP 1 een houten blok van ca 650 gr.

Verschil met IGP 2:

De sta-oefening wordt toegevoegd aan het programma. Deze wordt vanuit de normale looppas uitgevoerd. Bovendien is het blok wat geapporteerd wordt over de vlakke grond ca. 1000 gr.

Verschil met IGP 3:

De af- en sta-oefening worden uitgevoerd vanuit versnelde pas. Het te apporteren voorwerp is voor de vlakke grond een nog zwaarder houten blok met een gewicht van ca. 2000 gr.

Manwerk (afdeling C)

Ook bekend als verdedigingsdienst en voor velen die het IGP programma lopen ook het meest spectaculaire onderdeel! Hier komt de echte werkkracht van de hond naar voren.